Om 7 uur wakker...en koud dat het was! Dus verwarming op hoog en in bed wachten tot er een leefbaar klimaat is ontstaan. Om 9.30 uur op naar de boot. Mooie warme kleine boot, met een leuke kapitein. Hij stuurt met zijn voet!!

En koffie, ook voornaam. Al vrij snel spotte de kapitein een grote groep dolfijnen, die vrolijk rond de boot sprongen; fantastisch!!! Eigenlijk gebeurd dat niet zo vaak, dus de hele crew kwam kijken. Zelfs Jan kwam vanuit zijn warme stoel aangesneld op het dek! Het was geweldig. We hebben een stukje op film, maar ze filmen is nog heel moeilijk, want ze zijn snel als water.

Fimpje DOL FIJN

Het water was glashelder, soms kon je onder water de zeesterren en vissen zien. Maar ook het grote geheel, de uit het water rijzende bergen gaven een adembenemende aanblik.

De bergen zaten vol met planten en mos, bomen en varens, deze groeien hier op stammen, het lijken net palmboompjes. Verderop lagen zeerobben te zonnen. Dit zijn alleen robbenmannetjes. Ze liggen lui en vreten. Pas na een paar jaar zoeken ze een groep, en proberen een vrouwtje te veroveren. Het was dus een supertocht, met één minpuntje: weeeer geen pinguin gezien!

In het drijvende observatorium kan je 10 m onder de waterspiegel afdalen en door 10 cm dik glas de zee in koekeloeren. De gids zei: ’mocht er toch een breukje in het dikke glas ontstaan, volg mij dan, want ik ben als een speer naar boven vertrokken!!!’ Het was erg mooi om te zien. Minder kleur dan tropisch maar veel mooier dan we verwacht hadden. Veel lagere dieren, sponzen, anemonen, oesters, kokerwormen en prachtige wieren.

Daarna een prachtige rit naar Athol. Veel gouden eenden gezien, met witte koppen. Er geen eentje op de gevoelige plaat vast kunnen leggen (Mo reed als een waanzinnige) Laten we er nou maar weer mee ophouden, want we worden een beetje oebelig.